Ziektewet
Artikel 35
1
Na het overlijden van degene, aan wie ziekengeld is toegekend, wordt met ingang van de dag na het overlijden, ziekengeld in de vorm van een overlijdensuitkering uitbetaald:
a
aan de langstlevende van de echtgenoten;
b
bij ontstentenis van de in onderdeel a bedoelde persoon, aan de minderjarige kinderen tot wie de overledene in familierechtelijke betrekking stond;
c
bij ontstentenis van de in de onderdelen a en b bedoelde personen, aan degenen ten aanzien van wie de overledene grotendeels in de kosten van het bestaan voorzag en met wie hij in gezinsverband leefde.
2
Met degene aan wie ziekengeld is toegekend, wordt voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld, degene wiens overlijden heeft plaats gevonden in de maand waarin hij de leeftijd van 65 jaar zou hebben bereikt doch voor het bereiken van deze leeftijd is overleden, en die uitsluitend ingevolge artikel 29, vierde lid, over de dag van zijn overlijden geen recht op ziekengeld had.
3
De overlijdensuitkering is gelijk aan het bedrag van het ziekengeld over één maand doch niet over de zaterdagen en zondagen, berekend naar de hoogte van dat ziekengeld op de dag of laatstelijk voor de dag van overlijden van degene aan wie het ziekengeld is toegekend.
4
In verband met het overlijden van degene aan wie ziekengeld is toegekend, is artikel 29, vierde lid, niet van toepassing.
5
De overlijdensuitkering wordt op verzoek aan de rechthebbende of rechthebbenden genoemd in het eerste lid, door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen uitbetaald.
6
De overlijdensuitkering wordt in een bedrag ineens uitbetaald.
7
Het bedrag van de overlijdensuitkering wordt verminderd met het bedrag aan ziekengeld dat, over na het overlijden gelegen dagen, reeds is uitbetaald.
8
De overlijdensuitkering is niet vatbaar voor beslag.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.